Osteopathie is een alternatieve geneeswijze[1] die uitgaat van de veronderstelling dat een verminderde beweeglijkheid van weefsels en structuren in het lichaam een nadelige invloed heeft op de gezondheid. Osteopaten zouden in staat zijn om een dergelijke dysfunctie met hun handen op te sporen en door middel van manuele technieken weer beweeglijker te maken. Er wordt op kleine schaal wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van de behandelmethode.[2]
Inhoud
Geschiedenis en osteopathisch concept[bewerken]
Het woord osteopathie betekent letterlijk ”ziekte van de beenderen”. Osteopathie is het gedachtegoed van de Amerikaanse arts Andrew Still. Hij meende dat bij veel ziekten de oorspronkelijke oorzaak te vinden was in het mobiliteitsverlies van beenderen of gewrichten. Hij combineerde de toenmalige medische kennis met zijn eigen overtuiging dat als lichaamsweefsels hun beweeglijkheid verliezen dit nadelige effecten op de gezondheid heeft. Still ontwikkelde deze methode om met zijn handen minder beweeglijke weefsels op te sporen, de beweeglijkheid ervan te kunnen herstellen en zo ziekten te kunnen genezen of voorkomen.[3][4] Op 2 juni 1874 gaf hij zijn methode de naam osteopathie.
Osteopathie is een manuele (door de handen uitgevoerde) methode die gebaseerd is op principes uit de anatomie, embryologie, neurologie en fysiologie. Onderzoek en behandeling vinden plaats vanuit een totaalbenadering van de klacht. Daartoe wordt: 1. het bewegingsapparaat (beenderen, gewrichten en spieren); 2. het orgaansysteem (inwendige organen met bloedvaten en lymfestelsel) en 3. het craniosacrale systeem (schedelbotten, hersenvliezen, ruggenmergsvlies en hersenvochtcirculatie) manueel onderzocht op bewegingsverlies. Het uitgangspunt hierbij is dat het lichaam een eenheid is. De drie genoemde systemen zijn daarbij onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar continu.
Het onderzoek is gericht op beweeglijkheid. Bewegingsverlies heeft volgens de osteopathie een negatief effect op het functioneren van het betreffende weefsel en er kunnen, doordat de verschillende delen van het lichaam onderling verbonden zijn door middel van bindweefsel, ook symptomen optreden op andere locaties in het lichaam. Bewegingsbeperkingen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door littekens na operatie, verkleving van weefsels door ontstekingen, en door stress. De behandeling bestaat uit het herstellen van de oorspronkelijke beweeglijkheid door middel van zachte handgrepen. Van daaruit zou het natuurlijk genezingsprocesplaats gaan vinden. Hiermee wordt bedoeld dat het lichaam na behandeling in principe vanzelf terugkeert naar de oorspronkelijke toestand, waarin alle fysiologische functies – die onlosmakelijk verbonden zijn met de toestand van de anatomische structuren – weer op een gezonde manier uitgevoerd kunnen worden door het lichaam (tenzij er sprake is van een dysfunctie die alleen operatief of met medicatie kan worden opgelost, uiteraard). Conceptueel gezien is hier feitelijk sprake van een analogie met het fysiologische principe van de homeostase.
Indicaties voor osteopathie zouden chronische rug- en/of nekpijn, migraine, whiplash, buikpijn, slechte darmwerking en huilbaby’s zijn. Er zijn nog (te) weinig onafhankelijke meta-analyses gemaakt van de gedocumenteerde effecten van osteopathische behandelmethoden (‘osteopathic manipulative treatment’ – OMT), maar er is bijvoorbeeld geconcludeerd dat OMT een significant positief effect heeft op lage rugklachten.[5] Onafhankelijke meta-analyses, gepubliceerd als Cochrane reviews, stellen dat alleen de effecten (van manuele therapie, ook uitgevoerd door osteopaten) bij chronische lage rugpijn evenwaardig zijn aan die van andere behandelingen.[6] Er werden geen aanwijzingen gevonden voor significante effecten bij huilbaby’s, pijnlijke maandstonden en acute lage rugpijn.[7][8][9]
Osteopathie is een vlag die veel verschillende ladingen dekt. In de Verenigde Staten is de osteopathie een meer wetenschappelijke opleiding, gelijk staand aan die van gewone artsen, met inbegrip van stages in gewone ziekenhuizen. In veel Amerikaanse staten wordt de ‘dokter in de osteopathie’ die een dergelijke opleiding volgde, erkend als een arts met bevoegdheid tot onderzoek, het stellen van diagnoses en het voorschrijven van medicatie.[10][11] In de geneeskunde zijn manipulatieve technieken, behalve in de fysiotherapie, niet gebruikelijk. In sommige landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, bestaat er ook een officiële vorm van osteopathie die zich bezighoudt met het behandelen van problemen van het bewegingsstelsel. In Frankrijk wordt de term osteopathie zelfs gebruikt als een synoniem voor manuele therapie en bestaan er ook universitaire opleidingen, die zich enkel richten op problemen van het bewegingsstelsel.
Complementaire geneeswijze[bewerken]
Osteopaten verlenen zorg in de eerste lijn en beschouwen hun behandelmethodiek als complementair aan de reguliere geneeskunde. Een bevoegd osteopaat is bekend met algemeen voorkomende ziektebeelden en zal op basis van een anamnese en differentiële diagnose vaststellen of de patiënt al dan niet doorverwezen moet worden naar een huisarts (en eventueel naar een specialist). Osteopaten behandelen chronische klachten, waar met behulp van beeldvormend medisch onderzoek en laboratoriumonderzoek (klinische chemie) geen duidelijke afwijkingen of bloedwaarden naar voren zijn gekomen.
Opleidingen in Nederland[bewerken]
In Nederland kan de opleiding tot osteopaat worden gevolgd in Amsterdam aan het College Sutherland[12], of in Zeist waar de International Academy of Osteopathy de lessen verzorgt.[13]
Sinds 2009 kent het Nederlands Register voor Osteopathie (NRO) een gedetailleerd eisenpakket t.a.v. de opleidingen die erkend willen worden [14]. Deze staan beschreven in het Beroepscompetentieprofiel van maart 2009 (BCP1) en de NRO reglementering. Erkenningen lopen in principe telkens voor een periode van 5 jaar. De huidige erkenningen lopen tot en met het schooljaar waarvan het eerste startjaar 2014/2015 is. De verwachting is tweeërlei. Enerzijds zullen de huidige erkende opleidingen bij ongewijzigde eisen na hervisitatie een grote kans hebben wederom erkend te worden. Anderzijds is de beroepsgroep bezig het afstudeerniveau opnieuw te verhogen. Een beroepscompetentie-profiel 2 (BCP2) is in volle ontwikkeling. Mogelijk worden de huidige erkenningen met 1 of 2 jaar verlengd zodat de hervisitatie zal kunnen plaatsvinden op basis van de criteria van BCP2.
Op basis van de momenteel geldende criteria zijn op het ogenblik de volgende Nederlandse opleidingen door het NRO erkend:
- de parttime en fulltime opleiding aan het College Sutherland (CS) en wel voor de vestiging in Amsterdam (voor de fulltime opleiding geldt voor de periode 2000-2009 voor 48 studenten een individuele overgangsregeling);
- de parttime en fulltime opleidingen van de International Academy of Osteopathy IAO) te Zeist. De erkenning is afhankelijk van het 1e schooljaar van betreffende studenten. Het 1e schooljaar dient 2010/2011 of eerder te zijn. De opleiding van studenten die nadien begonnen zijn wordt niet erkend.
Controverse[bewerken]
Stills opvattingen over de oorzaak van ziekte dateren van voor de tijd dat bacteriën, virussen en andere oorzaken bekend waren. De oorspronkelijke filosofie van Still moet dan ook in de tijdgeest worden geplaatst waarin deze is ontstaan. Inmiddels heeft de osteopathie zich uiteraard verder ontwikkeld, al blijven er van land tot land en school tot school verschillende interpretaties bestaan (wat het ook moeilijk maakt om in te schatten waar goede osteopathie wordt bedreven, omdat osteopathie geen beschermd beroep is).
Het zonder twijfel meest controversiële aspect van de osteopathie is het ‘craniale’ deel: craniosacraaltherapie. Hierbij gaat men er van uit dat naast de wervelkolom ook de schedelbeenderen een zekere mate van (minimale) beweeglijkheid vertonen en dat deze beweeglijkheid met de handen voelbaar is. Verder neemt men aan dat er een fluctuatie plaatsvindt van de liquor cerebrospinalis en dat manuele manipulatie van de schedelbeenderen, de wervelkolom en de liquor een therapeutisch effect heeft. Het bestaan van de genoemde fluctuaties is wel onderzocht maar niet aangetoond. Een systematisch literatuuronderzoek door Edzard Ernst in 2012 toonde aan dat er geen enkele evidentie is voor de werkzaamheid van craniosacraaltherapie.[15] Ook het Belgische Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg bevestigt in haar onderzoeksrapport over osteopathie en chiropraxie dat er “geen enkel bewijs is gevonden voor de viscerale en cranio-sacrale osteopathie”.[16]
Registratie en kwaliteitscontrole[bewerken]
Osteopathie is geen beschermd beroep, maar men kan wel nagaan of een osteopaat staat ingeschreven bij de Nederlandse Vereniging voor Osteopathie (NVO) of het Nederlands Register voor Osteopathie (NRO).
Voorwaarden tot erkenning[bewerken]
Aan het einde van de 20e eeuw werd osteopathie bekend in Europa als een van de vier alternatieve behandelwijzen naast homeopathie, acupunctuur enchiropraxie. Geen van deze vier is in de Benelux een erkend medisch specialisme en ze worden meestal door niet-artsen uitgeoefend (in Nederland is een groot deel van de osteopaten van origine fysiotherapeut). In 1997 werd door het Europees Parlement een resolutie aangenomen over de status van de niet-conventionele geneeskunde; dit leidde tot wetenschappelijk onderzoek in opdracht van de Europese Commissie (EU COST B4) dat concludeerde dat niet vastgesteld kon worden dat niet-conventionele geneeskunde werkte.[17]
Situatie in België[bewerken]
In België werd in 1999 de wet Colla aangenomen. Deze wet geeft niet-conventionele behandelwijzen de mogelijkheid om te ijveren voor een erkenning. De eerste voorwaarde daarvoor is dat zij zich verenigen als belangengroep. Het Europese statuut en de wet Colla resulteerde in België (1998) in een reactie van de scepticusBetz en het rapport van de zeven Belgische universiteiten waar in staat dat er eerst een bewijs dient geleverd te worden dat deze behandelingen werkzaam zijn alvorens sprake kan zijn van erkenning als beroepsgroep. Bij Koninklijk Besluit in 2003 werden beroepsorganisaties van niet-conventionele praktijken erkend. Omdat verdere uitvoeringsbesluiten uitblijven hebben de beroepsverening “Register voor de Osteopaten van België” (ROB) en “The International Academy of Osteopathy” (IAO) de Belgische Staat gedagvaard in 2008.[18] In oktober 2008 kreeg het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg de opdracht een studie uit te voeren naar de efficiëntie van osteopathie (en chiropraxie). Op 22 januari 2010 werd de Belgische staat door de rechtbank van eerste aanleg van Brussel veroordeeld tot een dwangsom van € 5000 per maand. Sinds juni 2010 moet deze maandelijks betaald worden aan de twee verenigingen. Eind 2010 werd het rapport van het Federaal Kenniscentrum gepubliceerd. Hierin wordt geconcludeerd dat de effectiviteit beperkt is: enkel voor nekpijn en in mindere mate voor lage rugpijn. Daarom wordt aanbevolen geen terugbetaling door de ziekteverzekering te voorzien.[16]
In oktober 2013 verklaarde minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx dat zij osteopathie als alternatieve geneeswijze zou willen laten erkennen, mits enige voorwaarden. Deze zijn dat osteopaten een basisopleiding moeten hebben gevolgd, die erkend wordt door een beroepsvereniging en dat zij per jaar minstens 500 patiëntencontacten moeten kunnen aantonen.[19] Zes Belgische universiteiten verzetten zich hier echter tegen en worden hierin gesteund door artsenverenigingen.[20]
Publicaties[bewerken]
- Still AT. Autobiography with a history of the discovery and development of the science of osteopathy. Reprinted, New York, 1972, Arno Press and the New York Times.